top of page

Prognose

Het herstel van het Landau-Kleffner syndroom is wisselend en afhankelijk van de leeftijd waarop LKS zich manifesteert, hoe snel de diagnose gesteld wordt en hoe snel er gestart wordt met behandelen.

​

De uiteenzetting over de prognose verdelen we ook hier in de eerder genoemde symptomen, te weten; spraak-/taalproblemen, epilepsie en gedragsproblemen.

​

 

Spraak-/taalproblemen:                                                                                                                                                                        De prognose voor het herstel van het spraak-/taalvermogen is grotendeels afhankelijk van de leeftijd waarop het Landau-Kleffner syndroom tot uiting komt. Hoe jonger het kind, hoe minder taalontwikkeling er aanwezig is en hoe minder spraak- en taalvermogen er vaak terug komt. Daarbij geldt ook dat hoe langer het duurt voordat de diagnose gesteld wordt en er gestart wordt met behandelen, des te langer duurt het voordat de epileptiforme activiteit onder controle is. Zolang de epileptiforme activiteit niet onder controle is, kan er vaak ook geen spraak- en taalherstel plaatsvinden.

Ook herstellen patiënten met LKS vaak niet volledig van de spraak- en taalproblemen en soms vindt er zelfs helemaal geen herstel plaats. Deze spraak-/taalproblemen vallen onder de naam afasie.

Kinderen die na het zesde levensjaar symptomen beginnen te vertonen van het Landau-Kleffner syndroom en meteen vanaf dat moment met medicatie behandeld worden en met logopedie beginnen, hebben uiteindelijk de grootste kans op verbetering en een grotere mate van herstel. Overigens zal er na het uitdoven van de epileptiforme activiteit in de puberteit ook zonder behandelen enige mate van taalherstel plaatsvinden.

​

​

Epilepsie:                                                                                                                                                                                                    Bij het Landau-Kleffner syndroom is er altijd sprake van epileptiforme activiteit en in sommige gevallen treden er ook epilepsieaanvallen op. Zowel de epileptiforme activiteit als de epilepsieaanvallen worden vaak behandeld door het gebruik van anti-epileptica. Meestal reageert het kind daar goed op. Met het uitdoven van de epileptiforme activiteit in de puberteit verdwijnen meestal ook de epilepsie aanvallen. In zeldzame gevallen kan er na het uitdoven van de epileptiforme activiteit een nieuwe vorm van epilepsie ontstaan. Hier wordt in dat geval dan weer een nieuw behandelplan voor opgesteld.

​​

​

Gedragsproblemen:                                                                                                                                                                        Naast de gedragsproblemen zoals onrustig gedrag, die een direct gevolg van LKS zijn, worden er vaak nog bijkomende diagnoses gesteld als ADHD. De specifieke gedragsproblemen gerelateerd aan LKS herstellen vaak grotendeels met het uitdoven van de epileptiforme activiteit in de puberteit.

 

Daarnaast hebben patiënten met LKS veel meegemaakt en hebben zich vaak in kortere of langere tijd niet of niet goed kunnen uitten. Dit heeft ook op latere leeftijd vaak nog gevolgen, bijvoorbeeld in de vorm van angsten of depressie. Vaak wordt het kind niet goed begrepen in de periode met de epileptiforme activiteit en wordt de jong volwassene of volwassene niet goed begrepen door de taalproblemen die het overhoudt. Dit zorgt nog wel eens een voor een lager zelfbeeld. Patiënten met LKS lopen snel tegen onbegrip aan, dat zich ook in onmacht en daarmee woede kan uiten.

Door de LKS raken de hersenen in meer of mindere mate beschadigd, dit wordt niet-aangeboren hersenletsel, ook wel NAH, genoemd. Door de NAH kan blijvende prikkelgevoeligheid en snellere vermoeidheid ontstaan.

 

​

Algemeen:                                                                                                                                                                                  Belangrijk om te vermelden is dat de levensverwachting van patiënten met het Landau-Kleffner syndroom in principe normaal is. Ook heeft LKS geen invloed op de vruchtbaarheid van een patiënt. Afhankelijk van de oorzaak van LKS en de gevolgen zal een deel van de volwassenen er eerder voor kiezen om geen kinderen te krijgen. In sommige gevallen zullen de omstandigheden er automatisch voor zorgen dat kinderen krijgen geen optie is.

Tijdens de puberteit dooft de epileptische activiteit uit. Er wordt hierdoor wel gezegd dat een patiënt daarmee over het Landau-Kleffner syndroom heen groeit, hoewel in de praktijk blijkt dat er veel blijvende gevolgen zijn. Kinderen met het Landau-Kleffner syndroom kunnen er dus niet van genezen. Jong volwassene en volwassenen zullen gedurende hun leven in verschillende maten nog steeds moeilijkheden ondervinden van de gevolgen van LKS. Denk hierbij aan NAH, afasie, depressie, post traumatische stressstoornis en veel meer. Tijdige diagnose en behandeling op de kinderleeftijd zijn dan ook heel belangrijk! 

​

De hersenen hebben een groot herstellend vermogen en zijn tot de leeftijd van 27 jaar nog volop in ontwikkeling.  Er kan dan vol ingezet worden op herstel. Ook daarna zijn de hersenen nog in staat om nieuwe verbindingen te maken waardoor er nog positieve veranderingen kunnen plaatsvinden.

bottom of page